Ik zie de scherpe blik van Ida
achter de brillenglazen,
in de vitrine.
Ik hoor het krassen
van haar pen.
Wanneer ik haar tot leven
droom, komt langs
met kwieke slagen
’t paard gevlogen, waarop ik
door haar verzen dool.
Ik sluit mijn ogen
en wacht ongeduldig
tot Asklepius’ haan
de dag aankondigt
die is aangebroken,
na een doorwaakte
juninacht.
© Anna Wiersma, 1-6-2015, stadsdichter Zutphen 2015-