Ik won ooit als snotneus met gevaar
voor blijvende invaliditeit het zaklopen
alle deelnemers kregen dezelfde prijs
een blocnote met omslag in rood wit en blauw
Op Koninginnedagen van mijn jongensjaren
droegen van die ons-kent-ons mannen
in dorp en stad een klein je-weet-wel strikje
op de revers van hun jacquet of streepjespak
Nu is er nog bij elk festijn een oranje overkill
van toeters, vingers clowns- en koeienkoppen
ter land ter zee en in de lucht massaal gedragen
oranje betekent dan ‘Kijk uit! Ik ben Nederlander!
Was het niet onze aloude Wilhelmina die
bij zeer koninklijk en wijs besluit besloot
de nationale driekleur: het oranje blanje bleu
te vervangen door ‘karmozijnrood wit en kobalt-blauw’
Mocht koningin of koning of wie weet beiden
weer voet aan wal zetten op Zutphens IJsselkade
dan ga ik bij mijn Apeldoornse collega te rade
hoe hij zo’n heksenketel poëtisch heeft verbeeld
Dichters hebben al eeuwenlang meer oog
voor de grijze stilte van de achterkant
en mijden het kleurrijk lawaai van de straat
lolligheid leent zich beter voor een Hazes-lied
Oranjecomité: wat u dan ook verzinnen mag
weet wel dat poëzie en Koninginnedag
sinds jaar en dag al leven op gespannen voet
U vraagt waarom? Ze rijmen niet zo goed
Ton Luijten
© Dichter bij Zutphen
Gedicht geschreven op verzoek n.a.v. opening Koninginnedag 2009
In de Burgerzaal Zutphen