Maar als ik klaar ben met stapelen
en voegen, zie ik dat de woorden als
keien uit mijn hoofd om me heen zijn
gegroeid tot een muur van wat er was.
De bovenste steen, de kroon, moet ik
begraven, de onderste steen boven.
Als er een manier zou zijn om met mijn
kop in de wind boven deze wand te
staan, lucht te scheppen, er met mijn
hart woorden in te hakken die kloppen
ze met mijn tong glad te slijpen. Dan
kon ik mijn stem een plek tussen zojuist
en straks geven, met mijn adem als
fundament bouwen aan mijn naam.
Dan zou ik durven zingen.
voor Vocaal Ensemble Zutphen
bij jubileumprogramma Kings and Crowns
Tim Pardijs © Stichting Dichter bij Zutphen.