Dinergedicht met voetnoot

Dichter van stad en haar omgeving
genood tot poëzie als een aperitief
in woorden gestolen uit de taal:
gelegenheid maakt nog steeds de dief

maaltijd en muze: geen unicum als combine
Rome’s gezeten burgerij vroeg haar letterknechten
voor een gering bedrag poëtische gerechten
metrisch te bereiden en ritmisch op te dienen

Men zat aan in de cenaculum civitatis
u vertaalt het, inderdaad: de Burgerzaal
waar Martialis, poeta laureatus
soms voorlas uit zijn epigrammata.

Hij ving aan met een auditori salutem
om het gemengd gehoor voor zich te winnen
dat echter aandacht had voor andere zinnen
hij schiep het woord maar had geen stem

Zijn drift tot voordracht was niet groot
in een brief aan vriend en eposdichter
Julius Cerialis onthult hij in een onderonsje
wat ik u voorlees in een voetnoot *)

“Julius Cerialis, het wordt een schamel maaltje , maar je hoeft niets geveinsds te zeggen en zult het ook niet te horen krijgen. Je kunt geheel ontspannen, zonder een masker te dragen, aanliggen; en er zal geen gastheer voorlezen uit zijn lijvige eigen werk. Ook zullen er geen meisjes uit het onfatsoenlijke Cadiz, in grenzenloze geilheid hun wulpse heupen met professionele siddering voor je doen trillen. In plaats daarvan zal de fluit van de kleine Condylus iets laten klinken, dat niet al te zwaar en niet zonder humor is. Zo ziet ons etentje er uit. Welk meisje wil je dat er naast je aanligt?
Vorstelijk zul je bij mij dineren, Julius Cerialis;  om te beginnen krijg je sla om je eetlust op te wekken, en jonge prei. Meteen daarna tonijn uit het zout bedekt door eieren en een takje wijnruit; er zullen nog meer eieren zijn, op zacht vuur aan beide kanten gebakken. En kaas, gerijpt boven de haard in Velabrum, en olijven uit Picenum, die de eerste vorst gevoeld hebben. Dat kan er wel mee door als voorgerecht.
Ik beloof je nog iets: ik zal niets voordragen, en ik zal jou niet vragen  je “Giganten” voor te lezen  of je verzen over de landbouw, waarmee je de onsterfelijke Vergilius naar de kroon steekt

Ik heb voor u dit brieffragment
- wat vrij vertaald – om niet hier aangehaald
tekst wordt immers nog steeds niet duur betaald.

poëzie als openingsgerecht
ik wens u allen een genoeglijke literaire en
smakelijke Zutphense maaltijd toe!

Ton Luijten
© Dichter bij Zutphen